De Stadhuisdienst van de Gemeente Amsterdam beheert ondermeer het stadhuis en het theatergebouw, de Stopera. De plattegronden beslaan 10 verdiepingen met honderden ruimten. Van de gebouwen zijn ruim 6000 tekeningen, waarvan er ca. 1000 in digitale vorm beschikbaar zijn. Naar aanleiding van een workshop bij IDEOMA eind '96 en aansluitend een implementatieadvies is besloten om over te stappen van IsiCAD op AutoCAD 14 in combinatie met Microsoft Access 97.
Overstappen op AutoCAD
Bij de overstap naar AutoCAD 14 zijn honderden tekeningen omgezet naar DXF. Helaas zaten in deze DXF-bestanden veel kleinere en grotere onwenselijkheden, grotendeels als gevolg van de gebrekkige conversiefunctie van het oude CAD-systeem. Aanpassing van de bestanden na de conversie was daarom gewenst en bovendien waren door IDEOMA afspraken geintroduceerd m.b.t. de bestandsopbouw en werkwijze, hetgeen op de belangrijkste tekeningen moest worden toegepast.
Voor het opschonen en bijwerken van de omgezette tekeningen heeft IDEOMA een aantal kleine omzetroutines gemaakt in AutoLISP. De functies daarin varieerden van het hernoemen van laagnamen en het verwijderen van enorme polylijndiktes tot het exploderen van veelvoudig geneste blokken. Omdat het ondoenlijk was om alle DXF-bestanden volautomatisch te converteren zonder deze tot een verzameling losse lijntjes te reduceren is gekozen voor een geleidelijke overgang. Hiertoe zijn de DXF-bestanden in het tekeningenbeheersysteem opgenomen, zodat altijd teruggegrepen kan worden op de originele bestanden als er bij de conversie nieuwe inzichten mochten ontstaan. Dit mechanisme wordt tevens gebruikt voor door derden aangeleverde DXF-bestanden.
Van tekeningenbeheer tot gebouwinformatiesysteem
Voor het tekeningenbeheer is besloten om een database in te richten op basis van Microsoft Access 97.
De gegevens van de papieren tekeningen waren grotendeels digitaal aanwezig in de vorm van een dbf-bestand, hetgeen moeiteloos door Access kan worden ingelezen. Met behulp van diverse query�s zijn stamtabellen aangelegd van ondermeer disciplines en auteurs.
Als basis voor het nieuwe tekeningenarchief is gekozen voor de indeling naar discipline en soort tekening. Deze indeling is zowel in de database gemaakt alsook in de directorystructuur op het netwerk. Hierdoor zijn de tekeningen in geval van nood ook buiten de database om te benaderen. Verder komen de discipline en de tekeningsoort gecodeerd terug in de eerste drie letters van de bestandsnaam, zodat van "zwervende" bestanden (bv. op diskette) altijd te zien is waar ze thuishoren.
Access start AutoCAD of AutoManager View
Iedereen kan via de tekeningendatabase een tekening opzoeken door gebruik te maken van de standaardzoek-, sorteer- en filtermogelijkheden van Access. Daarna kunnen indien nodig de details van de gevonden tekening worden bekeken, inclusief een kleine afbeelding, welke rechtstreeks uit het DWG-bestand gelezen wordt (hiervoor is geen AutoCAD-licentie nodig). Beschikt men over AutoCAD, dan kan de tekening met één druk op de knop worden geopend, bv. om er een afdruk van de maken of een nieuwe versie. Bij nieuwe tekeningen wordt eerst een nieuw record in de database gemaakt met tekeninggegevens, waarna door in Access op de AutoCAD-knop te klikken het bestand wordt aangemaakt in de juiste directory en met de juiste bestandsnaam. Worden door derden DXF-bestanden aangeleverd, dan kan bij de nieuwe tekening een externe benaming worden aangegeven die het aangeleverde DXF-bestand aanduidt. Bij het openen van de nieuwe tekening wordt het DXF-bestand eenmalig ingelezen.
Standaardrapportages van Microsoft Access
Omdat per tekening ondermeer wordt aangegeven op welke verdieping en welk gebouw deze van toepassing is, kunnen van een verdieping de bijbehorenden tekeningen worden opgevraagd, ongeacht van welke discipline de tekening is. Zo kunnen ook met de standaardfuncties van Microsoft Access lijsten gemaakt worden van tekeningen per auteur, van een bepaald tijdvak of van een bepaalde status. Ook kunnen statistische grafieken en diagrammen worden gemaakt, bv. met het aantal tekeningen per bladformaat.
Gebouwen, verdiepingen, ruimten
Omdat de eerste aandacht uitgaat naar de te beheren gebouwen bevat de database een vaste structuur met de gebouwen, de verdiepingen per gebouw en de ruimten per verdieping. De ruimtegegevens zijn vanuit twee richtingen Access binnengehaald, t.w. vanuit SPSS en vanuit AutoCAD. De SPSS-bestanden bevatten contractuele ruimtegegevens, terwijl de AutoCAD-tekeningen de fysieke ruimtegegevens bevatten. Deze gegevens verschilden, o.a. in de door te berekenen oppervlakten, hetgeen is gecorrigeerd door de verschillen met Access-query�s naast elkaar te zetten.
Uit de AutoCAD-tekeningen zijn van elke ruimte de X- en Y-coördinaat naar de database overgebracht, waarmee het mogelijk is geworden om op die coördinaten in te zoomen, onafhankelijk van de actieve tekening. Ook is de oppervlakte van elke ruimte in AutoCAD gekoppeld aan een veld in de database, zodat ruimtes gemakkelijk gearceerd en oppervlaktes snel opnieuw berekend kunnen worden.
Microsoft Access zoekt de ruimte op in de tekening zodra de knop �Tonen AutoCAD� wordt ingedrukt. Klikt de gebruiker in de database naar een andere ruimte, dan verandert het beeld in AutoCAD meteen.
De details van elke ruimte zijn inzichtelijk via de knop �Details�, vanwaar de ruimte eveneens kan worden gearceerd.
Sleutelbeheer
Ook het sluitplan van de gebouwen is in Microsoft Access ingevoerd. De oorspronkelijke gegevens zaten in een Clipper-database en konden probleemloos in Access worden binnengehaald. Per cylinder zijn het type, het kozijnnummer en de draairichting bekend, van en naar welke ruimte deze toegang geeft, onder welke hoofdsleutels hij valt en hoeveel monosleutels er van zijn.
Omdat de ruimtes oorspronkelijk dubbel werden geadministreerd, moest de ruimtetabel van het sleutelbeheer eerst gelijk getrokken worden met die van het ruimtebeheer. Voorlopig zijn de omschrijvingen van beide ruimtetabellen nog naast elkaar gezet (zie onderstaand rapport �Cylinders�), maar op termijn zal de omschrijving van het sleutelbeheer gaan vervallen.
De cylinders kunnen zowel per nummer als per kamer worden benaderd, wat natuurlijk de grote verdienste van een relationele database is. Ook kunnen de sleutelcoördinatoren en de sleutelvoorraad worden bijgehouden
Brandmelderbeheer
Overal door de gebouwen bevinden zich brandmelders, welke op aparte tekeningen zijn aangegeven. Het probleem was echter dat de bouwkundige ondergronden nooit actueel waren omdat deze eenmalig waren gekopieerd. Verder was in spreadsheets van de brandmelders bekend in welke ruimte en in welke lus deze zich bevinden. Het spreekt voor zich dat ook hier een integratie met het ruimtebeheer op zijn plaats was.
Eenmalig zijn de coördinaten van de brandmelders uit de verouderde tekeningen overgenomen (semi-automatisch), waarna de tekeningen zijn weggegooid om ze opnieuw door de database volautomatisch te laten tekenen. De symboolgrootte en de teksthoogte zijn daarbij apart instelbaar, zodat de brandmeldertekeningen nu snel voor verschillende schalen te genereren zijn. Omdat van elke brandmelder de X- en Y-coördinaat bekend zijn kan ook hier (net als vanuit de ruimtetabel) met één druk op de knop op de brandmelder worden ingezoomd en bij het kiezen van een andere brandmelder in de database verandert het AutoCAD-beeld automatisch mee.
Altijd actuele plattegronden
Voor de ondergronden wordt nu gebruik gemaakt van de koppelingstechniek van AutoCAD (Xref�s). Alle bouwkundige plattegronden zijn op elk moment beschikbaar via een knoppenbalk, welke er voor zorgt dat ze altijd op de afgesproken manier worden opgeroepen.
Conclusie
Door het samenvoegen van met name de dubbele ruimte-informatie (tekeningen, huisvestingsbeheer, sleutelbeheer en brandmelderbeheer) is een enorme integratie van gegevens ontstaan, hetgeen het bijhouden van de informatie in geval van verbouwingen aanzienlijk efficiënter maakt. De keuze van Microsoft Access als database-omgeving heeft tot gevolg dat het maken van rapportagevarianten zeer laagdrempelig, open en uitgebreid is. Door IDEOMA de database te laten inrichten hebben de gebruikers zich vrijwel uitsluitend hoeven te richten op �query-by-example�-technieken en het gebruik van de vele rapportagewizards die Microsoft Access rijk is.
Ook op het niveau van de plattegronden heeft een sterke ontdubbeling van informatie plaatsgevonden door het uitvoerig toepassen van de koppelingstechniek van AutoCAD (Xref�s). Een nog niet eerder genoemd voorbeeld daarvan zijn ook de toegangscontrôle-tekeningen. Door Microsoft Access op cruciale plaatsen te voorzien van X,Y-gegevens uit AutoCAD behoort eindeloos zoeken in plattegronden tot het verleden en is databasegestuurd tekenen bij de Stadhuisdienst realiteit geworden.
In deze kolom vindt u voortaan aanvullende opmerkingen rond dit onderwerp.
De tekst links hiernaast kan verouderd zijn.
Uw reactie wordt zeer op prijs gesteld. Zegt het voort!
Om te voorkomen dat uw surfgedrag op onze website kan worden gevolgd door derde partijen, zoals Facebook, hebben wij alle actieve links e.d. verwijderd, m.u.v. Statcounter. U kunt natuurlijk nog wel onze Facebook-pagina bezoeken.
Meer informatie?
Wilt u meer informatie, een offerte of een webdemo? Vul dan hier uw gegevens in. We sturen dan per email de gevraagde informatie of geven u enkele datums voor een webdemo.